Betekenis van:
redeneren

redeneren
Werkwoord
  • denken; pleiten
"logisch redeneren"
"redeneren dat"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Men moet in staat zijn wiskundig te redeneren, wiskundige bewijzen te begrijpen, wiskundig te communiceren en de juiste hulpmiddelen te gebruiken.
  2. De Sloveense autoriteiten redeneren dat de Commissie in haar besluiten over deze twee zaken oordeelde dat, aangezien de verplichting gold ten aanzien van een groot aantal zowel particuliere als een aantal publieke netwerkexploitanten de wetten of eerder de zaken in kwestie niet konden worden geacht staatssteun te behelzen.
  3. Zij redeneren dat een vergelijking met een dergelijke investeerder enerzijds op het niveau van ETVA dient plaats te vinden, aangezien dat de rechtspersoon was die HSY verkocht, en anderzijds op het niveau van de Griekse regering, zijnde de verkoper van ETVA.