Betekenis van:
ris

ris (de ~ | meervoud rissen)
Zelfstandig naamwoord
  • opeenvolging van zaken of gebeurtenissen; rits; opvolgende reeks
"een ris besjes"

Synoniemen

Hyperoniemen

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. RIS-richtsnoeren
  2. RIS-dienst
  3. RIS-functie
  4. Typegoedkeuring van RIS-apparatuur
  5. Toepassing van RIS
  6. de RIS-richtsnoeren: uiterlijk 20 juli 2006;
  7. de architectuur en organisatie van RIS;
  8. de RIS-richtsnoeren: uiterlijk 20 juni 2006;
  9. de RIS-richtsnoeren: uiterlijk 20 juni 2006;
  10. BEGINSELEN VOOR DE RIS-RICHTSNOEREN EN TECHNISCHE SPECIFICATIES
  11. in het Deens Særafgift, der opkræves ved eksport af ris
  12. Voor het opzetten van RIS moeten de lidstaten:
  13. de beschikbaarheid van elektronische navigatiekaarten voor RIS-gebruikers;
  14. compatibiliteit van de voor het gebruik van RIS noodzakelijke apparatuur.
  15. De lidstaten moeten RIS zodanig ontwikkelen dat de RIS-toepassing doeltreffend, uitbreidbaar en interoperabel is, zodat ze aan andere RIS-toepassingen en eventueel aan systemen voor andere vervoerswijzen kan worden gekoppeld.