Betekenis van:
				
					rist					
				
			
            rist
Zelfstandig naamwoord
- een groep zaken die op regelmatige wijze zijn geordend
 
"De regering nam een rist beslissingen."
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- Zij mogen evenwel minder gelijkmatig over de rist verdeeld zijn dan bij de klasse „Extra”.
 - Zij mogen minder regelmatig over de rist zijn verdeeld dan bij klasse I.
 - De bessen moeten stevig zijn, goed vastzitten, gelijkmatig verdeeld zijn over de rist en vrijwel geheel met „dauw” bedekt zijn.