Betekenis van:
roest

roest
Zelfstandig naamwoord
  • stok waarop de kippen slapen

Synoniemen

Hyperoniemen

roest
Zelfstandig naamwoord
  • planteziekte met oranje- of roodkleurige vlekken op de bladeren, stengels of vruchten

Hyperoniemen

roest
Zelfstandig naamwoord
  • het roesten

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Teveel rust is roest.
  2. Goud roest niet.
  3. Deze auto is bestand tegen roest.
  4. het wassen, schoonmaken; het stofvrij maken, verwijderen van roest, olie, verf of dergelijke;
  5. In hun natuurlijke habitat komen duiven voor in groepen die in omvang variëren van paartjes tot grote vluchten, waarvan de leden samen foerageren en samen roesten maar wel hun roest- en nestplaatsen tegen andere vogels verdedigen.
  6. Smeermiddelen (boor, snij- en draaiolie (koelolie), preparaten voor het losmaken van bouten en moeren, roest- en corrosiewerende preparaten en preparaten voor het insmeren van vormen, op basis van smeermiddelen, daaronder begrepen), alsmede preparaten van de soort gebruikt voor het smouten, vetten of oliën van textiel, van leder, van pelterijen of van andere stoffen, andere dan preparaten bevattende als basisbestanddeel 70 of meer gewichtspercenten aardolie of olie uit bitumineuze mineralen