Betekenis van:
schadeloosstelling

schadeloosstelling (de ~ | meervoud schadeloosstellingen)
Zelfstandig naamwoord
  • vergoeding v.d. schade
"een schadeloosstelling eisen"
"een gedeeltelijke/volledige schadeloosstelling"

Hyperoniemen

schadeloosstelling
Zelfstandig naamwoord
  • wat iem. krijgt om hem schadeloos te stellen, resp. wat men moet betalen

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. Totale schadeloosstelling
  2. Belastingen en schadeloosstelling
  3. Diervoeder (schadeloosstelling en vernietiging)
  4. Uitrusting (schadeloosstelling en destructie)
  5. Schadeloosstelling van schuldeisers — huurcontracten
  6. Schadeloosstelling (in nationale valuta)
  7. Schadeloosstelling van schuldeisers — andere contracten
  8. Schadeloosstelling tussen gegevensexporteur en gegevensimporteur:
  9. de schadeloosstelling van de veehouders voor:
  10. tabel 1, punt 2 („Schadeloosstelling voor wetsovertredingen”);
  11. (naam van de ziekte) (jaar) (lidstaat): schadeloosstelling
  12. onmiddellijke en passende schadeloosstelling van de veehouders.
  13. Diervoeder en melk (schadeloosstelling en destructie)
  14. schadeloosstelling voor het diervoeder tegen de aankoopprijs;
  15. Gegevens over de aanvrager om schadeloosstelling