Betekenis van:
scheepsofficier

scheepsofficier
Zelfstandig naamwoord
  • bepaalde rang op een koopvaardijschip

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. zeevaartkundig scheepsofficier AMW („nautischer Schiffsoffizier AMW”);
  2. zeevaartkundig scheepsofficier AKW („nautischer Schiffsoffizier AKW”);
  3. zeevaartkundig scheepsofficier BK visserij („nautischer Schiffsoffizier BK/Fischerei”);
  4. zeevaartkundig scheepsofficier BGW visserij („nautischer Schiffsoffizier BGW/Fischerei”);
  5. In het geval van fabrieksvaartuigen, kan de bevoegde autoriteit de kapitein of een andere scheepsofficier toestemming verlenen om het certificaat te ondertekenen.
  6. te beschikken over gepaste kwalificaties van een zeevaartinstelling of nautische instelling en over relevante zeevaartervaring als gecertificeerd scheepsofficier en in het bezit te zijn (of te zijn geweest) van een geldig STCW II/2 of III/2 -bewijs van bekwaamheid zonder beperking wat betreft het inzetgebied, het voortstuwingsvermogen of de tonnage, of
  7. Wanneer de onder a) of onder b), tweede streepje, bedoelde documenten niet kunnen worden overgelegd, kan de lidstaat ermee instemmen dat het bewijs wordt geleverd met een door de scheepskapitein of een andere scheepsofficier van dienst ondertekend certificaat van ontvangst dat van het scheepsstempel is voorzien.