Betekenis van:
schoollokaal

schoollokaal (het ~ | meervoud schoollokalen)
Zelfstandig naamwoord
  • lesruimte in een school; zaal waarin men lesgeeft; ruimte in een school voor de lessen; leslokaal
"door de ramen ziet hij de kinderen in het schoollokaal zitten"

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Er zijn vandaag veel meer leerlingen in de schoollokaal dan gisteren.