Betekenis van:
schroeven

schroeven
Werkwoord
  • met schroeven vastmaken
"je naamplaatje op/van de deur schroeven"
"een plank tegen/van de muur schroeven"

Hyperoniemen

schroef (de ~ | meervoud schroeven)
Zelfstandig naamwoord
  • instrument ter aandrijving v.e. voertuig
"een draaiende schroef"

Hyperoniemen

schroef (de ~ | meervoud schroeven)
Zelfstandig naamwoord
  • om de as draaiende beweging
"een schroef maken"

Hyperoniemen

Hyponiemen

schroef (de ~ | meervoud schroeven)
Zelfstandig naamwoord
  • staaf, voorzien van een volgens een spiraallijn aangebrachte groef, die in een overeenkomstige gleuf van een hol lichaam past en die bestemd is om iets te bevestigen
"ergens een schroef indraaien"
"op losse schroeven staan"

Hyperoniemen

Hyponiemen

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Schroeven
  2. zelftappende schroeven
  3. schroeven; bouten en moeren
  4. Bouten en schroeven
  5. Schroeven zonder straalbuis
  6. Zelftappende schroeven van roestvrij staal
  7. Schroeven, bouten en moeren, van koper
  8. Draadnagels, spijkers, schroeven, bouten, moeren, van aluminium
  9. Schroeven en bouten zonder kop, van staal
  10. Andere schroeven en bouten met kop
  11. reserveonderdelen (zoals schroeven), ook in nieuwe staat,
  12. Andere schroeven en bouten met binnenzeskant
  13. Vervaardiging van bouten, schroeven en moeren
  14. De gipsplaten worden mechanisch bevestigd met schroeven, nieten of spijkers.
  15. .2 schroeftoerental en spoed in geval van verstelbare schroeven;