Betekenis van:
simpel

simpel
Bijvoeglijk naamwoord
  • zonder veel complicaties
"Dit is een simpele manier op het probleem op te lossen."
simpel
Bijvoeglijk naamwoord
  • ''arch. en neerbuigend'': weinig ontwikkeld of van verminderde geestelijke vermogens
"Dat is maar een simpele ziel."
simpel
Bijvoeglijk naamwoord
  • afkerig van overdaad of overmaat
"met een simpel(e) woord/'druk op de knop'"
"een simpel shirt/ chirurgisch mesje"

Synoniemen

simpel
Bijvoeglijk naamwoord
  • dom; onnozel; dommig; onnozel
"ergens simpel van worden"
"een simpele ziel"

Synoniemen

simpel
Bijvoeglijk naamwoord
  • niet samengesteld, niet ingewikkeld
"een simpel(e) ingreep/formule/mechanisme/verklaring"
"met een simpel(e) woord/'druk op de knop'"

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Deze is niet op inzicht in het proces maar op simpel aanleren door oefening gebaseerd.
  2. Simpel gezegd: het verschil tussen 12,5 maal de ontvangen rente en 11,5 maal de betaalde rente op dit kapitaal minus de overige kosten van de bank (bijvoorbeeld de administratiekosten) is gelijk aan de opbrengst van het eigen vermogen.
  3. Simpel gezegd: het verschil tussen 12,5 maal ontvangen rente en 11,5 maal betaalde rente minus overige kosten van de bank (bijvoorbeeld administratiekosten) staat gelijk aan de winst op het eigen vermogen.
  4. Simpel gezegd: het verschil tussen 12,5 maal de ontvangen rente en 11,5 maal de betaalde rente op dit kapitaal, minus de overige kosten van de bank (b.v. administratiekosten) is gelijk aan de opbrengst van het eigen vermogen.
  5. Simpel gezegd: het verschil tussen 12,5 maal ontvangen rente en 11,5 maal betaalde rente minus overige kosten van de bank (bijvoorbeeld administratiekosten) staat gelijk aan de winst op het eigen vermogen.