Betekenis van:
				
					stormloop					
				
			
            stormloop (de ~ | meervoud stormlopen)
Zelfstandig naamwoord
- plotselinge grote vraag naar iets
 
"een stormloop op [de winkelvoorraden]"
Hyperoniemen
Hyponiemen
Voorbeeldzinnen
- Zelfs in het geval van BAWAG, toen de bank wegens frauduleus handelen door de bedrijfsleiding werd geconfronteerd met een stormloop op de deposito’s, beperkten de afvloeiingen zich tot 20 % — 30 %.