Betekenis van:
studie

studie (de ~ | meervoud studies)
Zelfstandig naamwoord
  • tekening of schilderij als oefening gemaakt
"Van Gogh maakte veel studies met pen vooraf aan het definitief schilderen van z'n schilderijen"
"studies naar [het naaktmodel]"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

studie (de ~ | meervoud studies)
Zelfstandig naamwoord
  • het zich bezighouden met een bepaald probleem of in het bijzonder met een tak van wetenschap of kunst om er verder in door te dringen
"iets in studie nemen"
"studie van iets maken"

Synoniemen

Hyperoniemen

studie (de ~ | meervoud studies)
Zelfstandig naamwoord
  • kantoor v.e. notaris
"in zijn studie (zitten)"

Hyperoniemen

studie (de ~ | meervoud studies)
Zelfstandig naamwoord
  • boek of artikel over onderzoek
"een studie over [het feodale stelsel]"

Hyperoniemen

Hyponiemen

studie
Zelfstandig naamwoord
  • tijd besteed om zich kennis of vaardigheid eigen te maken
"Hij heeft zijn studie er bijna opzitten."
studie
Zelfstandig naamwoord
  • tijd besteed aan het uitzoeken van een bepaald onderwerp of probleem
"Uit deze studie komt duidelijk naar voren dat er een probleem is in het onderwijs."
studie (de ~)
Zelfstandig naamwoord
  • tijd buiten lesuren

Hyperoniemen

studie
Zelfstandig naamwoord
  • muziekstuk ter oefening van de technische vaardigheid van de speler

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Niets zal haar studie hinderen.
  2. Een kaart helpt ons bij de studie van de aardrijkskunde.
  3. Tom startte op zijn dertigste met een studie Frans.
  4. Volgens een studie sterven elk jaar 53.000 Amerikanen aan de gevolgen van passief roken.
  5. Repetitie (herhaling) is de moeder van studie (studeren)
  6. Studie
  7. De „studie
  8. Voeg de studie bij.
  9. Studie Ismea-Nielsen.
  10. Bron: Studie van Rise Conseil.
  11. DE STUDIE VAN DE DESKUNDIGE
  12. de studie daadwerkelijk wordt uitgevoerd.
  13. Tijdens studie, maar buiten onderwijsprogramma's
  14. Studie Italiaanse Vereniging van Banken
  15. De studie leverde de navolgende resultaten op: