Betekenis van:
stuitbeen

stuitbeen
Zelfstandig naamwoord
  • onderste deel van de ruggengraat, de laatste vier vergroeide ruggenwervels
stuitbeen (het ~ | meervoud stuitbeenderen, stuitbenen)
Zelfstandig naamwoord
  • onderste deel v.h. stuitbeen; beenderen v.d. staart; onderste stuk v.d. ruggengraat

Synoniemen

Hyperoniemen