Betekenis van:
stuurman

stuurman (de ~ | meervoud stuurlieden, stuurlui)
Zelfstandig naamwoord
  • scheepsofficier die met de zorg voor de navigatie is belast
"eerste/tweede/derde stuurman"

Hyperoniemen

stuurman
Zelfstandig naamwoord
  • iemand die een vaartuig bestuurt
"Hij is een stuurman."
stuurman (de ~ | meervoud stuurlieden, stuurlui)
Zelfstandig naamwoord
  • iemand die een schip bestuurt
"stuurman op de vaart"
"de beste stuurlui staan aan wal"

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. stuurman werktuigkundige VI,
  2. stuurman werktuigkundige V;
  3. eerste stuurman (stýrimaður),
  4. eerste stuurman („overstyrmand”);
  5. stuurman kleine handelsvaart (met aanvulling);
  6. eerste stuurman („první palubní důstojník”);
  7. werktuigkundige IV visvaart; stuurman IV visvaart;
  8. stuurman, officier werktuigkundige („enestyrmand, vagthavende styrmand”);
  9. voor de eerste stuurman („první palubní důstojník”),
  10. eerste officier werktuigkundige/stuurman werktuigkundige („l. maskinmester/vagthavende maskinmester”);
  11. stuurman — vracht-/passagiersschepen — onbeperkt („deck officer — freight/passenger ships — unrestricted”);
  12. stuurman in de zeevaart II/ 4 ST CW („timonier maritim”)”;
  13. „Roemenië: voor stuurman in de zeevaart II/ 4 ST CW („timonier maritim”):
  14. eerste stuurman — vracht-/passagiersschepen — onbeperkt („first mate — freight/passenger ships — unrestricted”);
  15. Kapitein en eerste stuurman op schepen met een brutotonnage tussen 500 en 3000