Betekenis van:
tactiek

tactiek
Zelfstandig naamwoord
  • een manier om onder gegeven omstandigheden een doel te bereiken
"Hij heeft een goede tactiek, zeg!"
tactiek (de ~ | meervoud tactieken)
Zelfstandig naamwoord
  • slimme manier van te werk gaan
"de tactiek van de verschroeide aarde"
"falende/succesvolle tactiek"

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Op die manier kunnen de piratenactiviteiten volledig worden geanalyseerd, kunnen tendensen worden vastgesteld, kunnen de piraterijtechnieken of veranderingen in tactiek worden beoordeeld en kunnen gepaste waarschuwingen worden gestuurd naar andere koopvaardijschepen in de buurt.
  2. Zeevarenden die aangewezen zijn om leiding te geven aan brandbestrijdingsoperaties, hebben met goed gevolg een voortgezette opleiding in brandbestrijdingsmethoden gevolgd, met bijzondere nadruk op organisatie, tactiek en bevelvoering, in overeenstemming met de bepalingen van sectie A-VI/3 van de STCW-code en voldoen aan de daarin omschreven bekwaamheidsnormen.
  3. Aangezien het Panel evenwel oordeelde dat dezelfde tactiek van de Koreaanse overheid bij de KEB neerkwam op een opdracht en de Koreaanse overheid de KFB voor 49 % in handen heeft, is het redelijk om te concluderen dat de Koreaanse overheid invloed kon uitoefenen - en ook inderdaad uitoefende - op de beslissing van de KFB om te participeren in de consortiale lening.