Betekenis van:
				
					talen					
				
			
            taal (de ~ | meervoud talen)
Zelfstandig naamwoord
- het systeem van spraakklanken door middel waarvan mensen met elkaar communiceren en de schriftelijke vastlegging hiervan
 
"taal noch teken (ontvangen/geven)"
"een taal spreken/beheersen"
Hyperoniemen
Hyponiemen
taal (de ~ | meervoud talen)
Zelfstandig naamwoord
- mondelinge of schriftelijke mededeling in taal
 
"gezwollen taal"
"gepeperde taal (uitslaan)"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
Voorbeeldzinnen
- Ik hou van talen!
 - Cultuur maakt talen kapot.
 - Hoeveel talen spreek jij?
 - Ik hou van talen.
 - Ik hou van talen.
 - Hij spreekt 10 talen.
 - Hij spreekt 10 talen.
 - Hij kan vijf talen spreken.
 - Hij kan vijf talen spreken.
 - Ik hou van vreemde talen.
 - Ik leer graag oude talen.
 - Jorge kan vier talen spreken.
 - Ik vind vreemde talen erg interessant.
 - Door Tatoeba te gebruiken leert men talen.
 - Over vreemde talen gesproken, spreek je Frans?