Betekenis van:
talen

taal (de ~ | meervoud talen)
Zelfstandig naamwoord
  • het systeem van spraakklanken door middel waarvan mensen met elkaar communiceren en de schriftelijke vastlegging hiervan
"taal noch teken (ontvangen/geven)"
"een taal spreken/beheersen"

Hyperoniemen

Hyponiemen

taal (de ~ | meervoud talen)
Zelfstandig naamwoord
  • mondelinge of schriftelijke mededeling in taal
"gezwollen taal"
"gepeperde taal (uitslaan)"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. Ik hou van talen!
  2. Cultuur maakt talen kapot.
  3. Hoeveel talen spreek jij?
  4. Ik hou van talen.
  5. Ik hou van talen.
  6. Hij spreekt 10 talen.
  7. Hij spreekt 10 talen.
  8. Hij kan vijf talen spreken.
  9. Hij kan vijf talen spreken.
  10. Ik hou van vreemde talen.
  11. Ik leer graag oude talen.
  12. Jorge kan vier talen spreken.
  13. Ik vind vreemde talen erg interessant.
  14. Door Tatoeba te gebruiken leert men talen.
  15. Over vreemde talen gesproken, spreek je Frans?