Betekenis van:
telefoneren

telefoneren
Werkwoord
  • een telefoon gebruiken
"Hij telefoneert urenlang met vrienden."
telefoneren
Werkwoord
  • telefoneren naar (iem.)
"met iemand telefoneren"
"een uur lang telefoneren"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Waar kunnen we telefoneren ?
  2. Mijn ouders telefoneren mij alle dagen.
  3. Vraag hem alstublieft om naar mij te telefoneren.
  4. internetvaardigheden voor het gebruik van internet om te telefoneren;
  5. functies met betrekking tot telefoneren met de bestuurder.
  6. internetvaardigheden voor het gebruik van internet om te telefoneren;
  7. internetgebruik in de laatste drie maanden voor privédoeleinden om te telefoneren via internet;
  8. internetgebruik in de laatste drie maanden voor privé-doeleinden om te telefoneren via internet;