Betekenis van:
ton

ton (de ~ | meervoud tonnen)
Zelfstandig naamwoord
  • baken in zee
"groene/rode tonnen"

Hyperoniemen

ton (de ~ | meervoud tonnen)
Zelfstandig naamwoord
  • cilindervormig vat
"zo rond als een ton zijn"
"zich een tonnetje rond eten"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

ton (de ~ | meervoud tonnen)
Zelfstandig naamwoord
  • honderdduizend gulden
"tonnen kosten"

Hyperoniemen

ton (de ~ | meervoud tonnen)
Zelfstandig naamwoord
  • duizend kilogram
"deze vrachtwagen weegt meer dan 1,5 ton"
"een ton steenkool"

Hyperoniemen

ton (de ~ | meervoud tonnen)
Zelfstandig naamwoord
  • maat voor inhoud
"een ton bier"

Synoniemen

Hyperoniemen

ton
Zelfstandig naamwoord
  • een vat in de vorm van een cilinder
"Wij hebben een ton in de tuin staan."
ton
Zelfstandig naamwoord
  • een bedrag van 100.000 gulden
"Tjeetje, dat huis kost tonnen!"
ton
Zelfstandig naamwoord
  • een gewichteenheid van 1000 kilo
"Die container weegt twee ton."
ton
Zelfstandig naamwoord
  • een tonvormige boei
"Gooi de tonnen even in het water."

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. ton
  2. Ton
  3. ton
  4. ton
  5. (ton)
  6. Invoer (ton)
  7. 16856 ton,
  8. 25 ton
  9. (in ton)
  10. Voorraden (ton)
  11. 300 ton
  12. 15000 ton,
  13. Faeröer (ton)
  14. Productie (ton)
  15. „3249 ton,”