Betekenis van:
trakteren

trakteren
Werkwoord
  • lekkernijen aanbieden; onthalen; iets aanbieden; ontvangen als gast
"iemand trakteren op [champagne/koekjes]"
"iemand trakteren op [een gul applaus]"

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. In Nederland is het de gewoonte dat, wanneer bij de bouw van een huis het hoogste punt bereikt is en de dakpannen gelegd kunnen worden, de opdrachtgever de bouwvakkers op zogenaamd "pannenbier" trakteert om dit te vieren. Er wordt dan een vlag in de nok van het huis geplaatst. Is de opdrachtgever te gierig om te trakteren, dan wordt geen vlag, maar een bezem geplaatst.