Betekenis van:
treinen

treinen
Werkwoord
  • mbt. de trein; met de trein reizen
"elke dag moeten treinen"

Synoniemen

Hyperoniemen

trein (de ~ | meervoud treinen)
Zelfstandig naamwoord
  • voertuig op rails
"in/uit de trein (stappen)"
"de trein nemen"

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. ontsporing van treinen;
  2. Beremming van stilstaande treinen
  3. minimale volgtijd tussen treinen,
  4. in de treinen.
  5. Treinen van klasse 1
  6. Treinbesturingssystemen op de treinen
  7. Elektrische treinen en autoracebanen
  8. Samenstellen van treinen
  9. Gegevensbestand over treinen
  10. Treinen van klasse 2
  11. Zichtbaarheid van treinen
  12. (beremming van stilstaande treinen)
  13. treinen [hoofdstuk 86]
  14. PERSONEEL EN TREINEN
  15. het besturen van treinen