Betekenis van:
uitoefenen

uitoefenen
Werkwoord
  • in praktijk brengen
"een beroep uitoefenen"
"een vak uitoefenen"

Synoniemen

Hyperoniemen

uitoefenen
Werkwoord
  • in praktijk brengen
"Hij oefende daarmee een recht uit waar nog zelden gebruik van gemaakt was."

Voorbeeldzinnen

  1. Solvabiliteitsmarge voor verzekeringsondernemingen die herverzekeringsactiviteiten uitoefenen
  2. Deze personen mogen deze rechten kosteloos uitoefenen.
  3. Het uitoefenen van druk op de dealers
  4. zij een beroep of handelsactiviteit uitoefenen (5).
  5. Leeftijdsgrens voor het uitoefenen van een functie
  6. Banken en verzekeringsmaatschappijen mogen het effectenbedrijf niet uitoefenen.
  7. tijdelijk of permanent verbod op het uitoefenen van commerciële activiteiten;
  8. Banken en verzekeringsmaatschappijen mogen het effectenbedrijf niet uitoefenen.
  9. de overheden van vlag- en havenstaten daarop controle uitoefenen.
  10. Artikel 5 - Leeftijdsgrens voor het uitoefenen van een functie
  11. Deze bijzonderheden blijven hun invloed ook na privatisering uitoefenen.
  12. PROCEDURE VOLGENS WELKE BETROKKENEN HUN RECHTEN KUNNEN UITOEFENEN
  13. Exploitanten van diervoederbedrijven mogen hun activiteiten niet uitoefenen zonder:
  14. In geval van verdenking kunnen zij alle nodige controles uitoefenen.
  15. Een dergelijke intergouvernementele organisatie kan de stemrechten van haar lidstaten niet uitoefenen indien haar lidstaten hun stemrechten uitoefenen, en omgekeerd.