Betekenis van:
uitslaan

uitslaan
Werkwoord
  • naar buiten, van zich af slaan
"de armen/benen uitslaan"
"de vleugels uitslaan"

Hyperoniemen

uitslaan
Werkwoord
  • uiten
"wartaal uitslaan"
"schunnige/vuile/onbegrijpelijke taal uitslaan"

Hyperoniemen

uitslaan
Werkwoord
  • van stof zuiveren
"een stofdoek uitslaan"

Hyperoniemen

uitslaan
Werkwoord
  • door slaan uitbreiden, dun en plat maken

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Eenden en ganzen dienen te worden gehuisvest op een vaste vloer en zij moeten over voldoende ruimte beschikken om te kunnen foerageren, lopen en rennen en om de vleugels te kunnen uitslaan.
  2. Daarom moet een steunbedrag worden vastgesteld voor de kosten voor het in- en uitslaan van de betrokken producten en voor de dagelijkse kosten voor de opslag in een koelhuis en de financiering.