Betekenis van:
uitvaren

uitvaren
Werkwoord
  • zijn zelfbeheersing verliezen en meer zeggen dan verstandig is
"Toen hij dat hoorde voer hij uit tegen haar dat de glazen er van rinkelden."
uitvaren
Werkwoord
  • met een vaartuig een nauw water, zoals een haven verlaten
"Zij voeren de sluis uit."
uitvaren
Werkwoord
  • ergens heen varen
"tegen iemand uitvaren"

Synoniemen

Hyperoniemen

uitvaren
Werkwoord
  • ''arch.'' een uitvaart houden, naar het graf vervoerd worden

Voorbeeldzinnen

  1. die uitvaren zonder te voldoen aan de voorwaarden die gesteld zijn door de bevoegde instantie van een lidstaat in de haven van inspectie, of
  2. die uitvaren en weigeren te voldoen aan de van toepassing zijnde voorschriften van de verdragen door zich niet naar de aangegeven reparatiewerf te begeven.
  3. Het komt wel vaker voor dat een groot deel van de vissersvaartuigen gedurende een min of meer lange periode (1 tot 2 weken, soms zelfs meer) niet kan uitvaren in geval van aanhoudend slecht weer.
  4. verstrekken zij aan de kapiteins van een schip dat zich in hun bevoegdheidsgebied bevindt of een van hun havens wil binnen- of uitvaren, alle nodige informatie over de ijsgang, de aanbevolen routes en de ijsbreekdiensten in hun bevoegdheidsgebied;
  5. Na een technisch falen of een niet-functioneren van het elektronische registratie- en meldsysteem mag een communautair vissersvaartuig niet uitvaren voordat het systeem weer naar tevredenheid van de bevoegde autoriteiten van de vlaggenlidstaat functioneert of voordat de bevoegde autoriteiten van de vlaggenlidstaat het op andere wijze toestemming geven om te vertrekken.
  6. mogen zij, onverminderd de plicht tot bijstandsverlening aan schepen die bijstand behoeven en andere uit de toepasselijke internationale voorschriften voortvloeiende verplichtingen, verlangen dat schepen die zich in het betrokken gebied bevinden en die een haven of terminal willen binnen- of uitvaren of een ankerplaats willen verlaten, met documenten kunnen aantonen dat zij aan sterkte- en vermogenseisen voldoen die op de ijsgang in het betrokken gebied zijn afgestemd.
  7. Daarom dient een door een lidstaat aangewezen bevoegde instantie, wanneer zij op grond van ijsgangsvoorspellingen van een bevoegde meteorologische dienst van mening is dat de vaaromstandigheden een ernstig risico voor de veiligheid van mensenlevens of een ernstig risico van verontreiniging opleveren, de kapiteins van de schepen die zich binnen haar bevoegdheidsgebied bevinden of die de haven of havens in dit gebied willen binnen- of uitvaren, te waarschuwen.
  8. De aanhouding of de stopzetting van de activiteit wordt pas opgeheven wanneer het gevaar is weggenomen of wanneer de bevoegde instantie bepaalt dat, op bepaalde voorwaarden, het schip mag uitvaren dan wel de activiteit mag worden hervat zonder dat dit gevaar oplevert voor de veiligheid en gezondheid van passagiers of bemanning of voor andere schepen of zonder onredelijk groot gevaar voor schade aan het mariene milieu.