Betekenis van:
uitwijken

uitwijken
Werkwoord
  • naar een ander land vluchten, veelal om politieke redenen
"Zij waren naar het buurland uitgeweken."
uitwijken
Werkwoord
  • van richting veranderen om een obstakel te vermijden
"De automobilist was plotseling uitgeweken om een botsing met een overstekende ree te vermijden."
uitwijken
Werkwoord
  • een botsing voorkomen; opzij gaan
"uitwijken voor [een hond/voetganger]"
"naar rechts uiwijken"

Synoniemen

Hyperoniemen

uitwijken
Werkwoord
  • ''(in België)'' emigreren; ook verhuizen naar een ander landsgedeelte in België

Voorbeeldzinnen

  1. tot t4 nodig voor het uitwijken
  2. richtlijnen voor uitwijken ingeval van een ernstige technische storing;
  3. richtlijnen voor uitwijken ingeval van een ernstige technische storing;
  4. Volgens artikel 5.09 moeten schepen en samenstellen tijdig kunnen uitwijken en deze uitwijkeigenschappen moeten worden aangetoond door uitwijkmanoeuvres in de proefvaartvakken overeenkomstig artikel 5.03.
  5. een praktijkgedeelte omvat de volgende oefeningen: versnellen, vertragen, achteruitrijden, remmen, stopafstand, veranderen van rijstrook, remmen/uitwijken, slingeren van de aanhanger, afkoppelen en aankoppelen van een aanhangwagen aan het trekkend voertuig, parkeren;
  6. Uit het onderzoek bleek echter dat het uitwijken naar andere toeleveringsbronnen, bv. de bedrijfstak van de Gemeenschap of de invoer uit andere landen dan Belarus, voor de importeurs wel degelijk een optie zou zijn.
  7. Naast andere fouten in de berekeningen laat Duitsland buiten beschouwing dat het luchthavenbedrijf failliet kan gaan ingeval het DHL een schadevergoeding van […] EUR of […] EUR moet betalen wanneer de onderneming door een verbod op nachtvluchten naar een andere luchthaven moet uitwijken.