Betekenis van:
vakbekwaamheid
vakbekwaamheid (de ~)
Zelfstandig naamwoord
- kennis v.e. vak; vaardigheid in een vak
"op zijn vakbekwaamheid valt niets aan te merken"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
Voorbeeldzinnen
- Vakbekwaamheid
- Vakbekwaamheid
- VAKBEKWAAMHEID
- Algemene vakbekwaamheid
- Vakbekwaamheid, opleiding en bewustmaking
- Vakbekwaamheid van vluchtuitvoeringspersoneel
- Opleiding en getuigschrift van vakbekwaamheid
- moeten over de nodige technische vakbekwaamheid beschikken;
- Vakbekwaamheid en kwalificaties van de aanvragers
- vakbekwaamheid en professionele integriteit van het personeel;
- goedkeuring van examinatoren of beoordelaars die de vakbekwaamheid toetsen;
- de landbouwer beschikt over voldoende vakbekwaamheid en deskundigheid;
- Getuigschrift van vakbekwaamheid voor bestuurders en verzorgers overeenkomstig artikel 17, lid 2
- Het getuigschrift van vakbekwaamheid moet aan de bevoegde autoriteit worden voorgelegd wanneer de dieren worden vervoerd.
- Deze vakbekwaamheid omvat vakkennis en het vermogen, deze kennis in praktijk te brengen.