Betekenis van:
				
					verhuizen					
				
			
            verhuizen
Werkwoord
- van woonplaats veranderen
 
"Wij verhuizen morgen naar Rotterdam."
verhuizen
Werkwoord
- iemands spullen overbrengen
 
"[je tante] verhuizen naar [een bejaardenflat]"
Hyperoniemen
Hyponiemen
verhuizen
Werkwoord
- de inboedel van een ander overbrengen
 
"Dat bedrijf hielp hun met het verhuizen naar een gloednieuw huis."
verhuizen
Werkwoord
- wegtrekken, verhuizen; van woning veranderen; van huis veranderen
 
"verhuizen naar [een randgemeente]"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- We verhuizen volgende maand.
 - Hij hielp me verhuizen.
 - Hij hielp me verhuizen.
 - Ik zou graag naar Australië verhuizen.
 - Haar beslissing om naar Chicago te verhuizen verbaasde ons.
 - Ze hebben een verhuisfirma gevraagd om hun eigendommen naar hun nieuwe woning te verhuizen.
 - Verhuizen van personeel
 - Uitzetting/beslaglegging: gedwongen te verhuizen om juridische redenen.
 - Dit kan ertoe leiden dat ondernemingen verhuizen naar steungebieden of dat handelsstromen naar steungebieden worden afgeleid.
 - Duitsland bevestigde dat de werknemers uit België in beginsel niet bereid waren naar Duitsland te verhuizen.
 - Duitsland bevestigt nogmaals dat de parallelle aanlegplaats naar de nieuwe kade zal verhuizen.
 - Het personeelslid moet binnen één jaar na het verstrijken van de proeftijd verhuizen.
 - Bestaat de verplaatsing gewoon uit het uit elkaar halen, het verhuizen en het weer oprichten van bestaande installaties?
 - Indien de onderneming besluit om beide locaties te verkopen en te verhuizen naar een nieuwe locatie, zullen de investeringen nog hoger uitvallen.
 - Beweren dat de handelaar op het punt staat zijn zaak stop te zetten of te verhuizen, indien zulks niet het geval is.