Betekenis van:
verpleging

verpleging (de ~)
Zelfstandig naamwoord
  • gezondheidszorg als bedrijfstak
"in de verpleging werken"
"in de verpleging gaan"

Hyperoniemen

Hyponiemen

verpleging (de ~)
Zelfstandig naamwoord
  • verzorging
"verpleging genieten/krijgen"
"intensieve verpleging"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. Verpleging van vrouwen met gynaecologische en obstetrische pathologie.
  2. Intramurale gezondheidszorg andere dan verpleging in een ziekenhuis (CPC 93193)
  3. Inleiding tot de verpleging in de genees- en de heelkunde.
  4. Bezoekt de betrokkene ten minste één dag per week een dagcentrum (waar permanent bevoegde verpleging beschikbaar is)?
  5. voldoende kennis van de aard en de ethiek van het beroep en van de algemene beginselen betreffende gezondheid en verpleging;
  6. Genoemde activiteiten moeten het volgende omvatten: de volledige verantwoordelijkheid voor de planning, de organisatie en de daadwerkelijke verpleging van de patiënt.”;
  7. Genoemde activiteiten moeten het volgende omvatten: de volledige verantwoordelijkheid voor de planning, de organisatie en de uitvoering van de verpleging van de patiënt.”
  8. De genoemde werkzaamheden dienen de volledige verantwoordelijkheid voor de planning, de organisatie en de administratie van de verpleging van de patiënt te hebben omvat.
  9. De algemene regels inzake verworven rechten zijn alleen van toepassing op verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger, wanneer de in artikel 23 bedoelde werkzaamheden de volledige verantwoordelijkheid voor de planning, de organisatie en de administratie van de verpleging van de patiënt hebben omvat.
  10. voldoende klinische ervaring; deze ervaring, bij de keuze waarvan de vormende waarde voorop dient te worden gesteld, moet worden opgedaan onder toezicht van geschoold verpleegkundig personeel en op plaatsen waar de numerieke omvang van het geschoolde personeel en de uitrusting geschikt zijn voor de verpleging van zieken;