Betekenis van:
versperren

versperren
Werkwoord
  • afsluiten; versperren
"de rijbaan versperren"
"(iemand) de weg versperren"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

versperren
Werkwoord
  • de toegankelijkheid van een weg ongedaan maken
"Ze versperden alle toegangswegen met barricades."

Voorbeeldzinnen

  1. de toegang tot nooduitrusting kan versperren; of
  2. de toegang tot nooduitrusting kan versperren, of
  3. Het gebruik van andere dan de in dit artikel vermelde voorzieningen die de mazen van het net versperren of de maaswijdte verkleinen, is verboden.
  4. Het is verboden andere dan de in dit artikel vermelde voorzieningen aan netten aan te brengen die de mazen van het net versperren of waardoor de maaswijdte wordt verkleind.