Betekenis van:
visie

visie (de ~ | meervoud visies)
Zelfstandig naamwoord
  • inzicht; verhandeling; visie; manier van kijken; opvatting
"de oppositie verweet de regering een gebrek aan visie"
"hij is een man met visie"

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Binoculaire visie: aanwezig
  2. De Commissie deelt deze visie niet.
  3. Ook de Thaise autoriteiten hebben hun visie gegeven.
  4. het tijdvak waarbinnen het publiek zijn visie kan geven;
  5. Deze groep moet een bijdrage leveren aan een gezamenlijke strategische visie inzake Europese digitale bibliotheken.
  6. Volgens de visie van dit bedrijf moesten de verschillende transacties als één geheel beschouwd worden.
  7. Deze groep moet een bijdrage leveren aan een gezamenlijke strategische visie inzake Europese digitale bibliotheken.
  8. een bijdrage te leveren aan een gezamenlijke strategische visie inzake Europese digitale bibliotheken.
  9. een bijdrage te leveren aan een gezamenlijke strategische visie inzake Europese digitale bibliotheken.
  10. Volgens de klagers is de visie van de accountants gebaseerd op een raming van het management van Tieliikelaitos.
  11. Deze aanbeveling is een eerste stap in de richting van een uniforme visie op methoden voor risicometing bij icbe's.
  12. Een gemeenschappelijke Europese visie op belangrijke problemen en benaderingswijzen is nodig vanwege de noodzaak de Europese onderzoeksruimte te versterken.
  13. Aan de gasten moet bij de receptie informatie worden uitgereikt, met inbegrip van een vragenlijst waarin zij hun visie op de milieuaspecten van het kampeerterrein kenbaar kunnen maken.
  14. Deze visie wordt gestaafd door de jurisprudentie van het Hof van Justitie, dat dit beginsel nooit had toegepast op gezonde en winstgevende ondernemingen.
  15. De Afghanistan Compact steunt de nationale interimontwikkelingsstrategie (i-ANDS) van de Afghaanse regering, waarin de visie en investeringsprioriteiten van de Afghaanse regering worden uiteengezet.