Betekenis van:
vleug

vleug (de ~ | meervoud vleugen)
Zelfstandig naamwoord
  • plooi in stof of huid; richting waarin haar groeit of valt, of waarin vezels of draden van een weefsel liggen
"de vleug van het fluweel"
"tegen de vleug"

Synoniemen

Hyperoniemen

vleug
Zelfstandig naamwoord
  • een hoeveelheid gasvormige substantie die men ruikend waarneemt
"Snel een vleugje parfum en wat make-up en weg was ze."