Betekenis van:
vloeken

vloeken
Werkwoord
  • krachttermen gebruiken; vloeken
"vloeken als een ketter"
"op ['je ouders'/'het weer'] vloeken"

Synoniemen

Hyperoniemen

vloeken
Werkwoord
  • uitroepen van vloekwoorden, beledigende taal gebruiken
"Hij vloekte binnensmonds."
vloeken
Werkwoord
  • niet bij elkaar passen
"Het rood vloekt een beetje bij het oranje."
vloek (de ~ | meervoud vloeken)
Zelfstandig naamwoord
  • spreuk die onheil over iets afroept; vloek; het iemand verwensen
"een vloek bezweren"
"een vloek uitspreken (over iemand/iets)"

Synoniemen

Hyperoniemen

vloek (de ~ | meervoud vloeken)
Zelfstandig naamwoord
  • uitdrukking die een verwensing, een godslastering behelst
"een vloek slaken"
"in een vloek en een zucht"

Synoniemen

Hyperoniemen

Werkwoord