Betekenis van:
vloeren

vloer (de ~ | meervoud vloeren)
Zelfstandig naamwoord
  • bodem, onderste vlak
"je kan er van de vloer eten"
"met iemand de vloer aanvegen"

Hyperoniemen

Hyponiemen

vloer (de ~ | meervoud vloeren)
Zelfstandig naamwoord
  • gesteente

Hyperoniemen

vloer (de ~ | meervoud vloeren)
Zelfstandig naamwoord
  • rond brood dat op de ovenvloer wordt gebakken

Synoniemen

Hyperoniemen

vloer (de ~ | meervoud vloeren)
Zelfstandig naamwoord
  • de laagste bereikte waarde

Synoniemen

Hyperoniemen

Werkwoord

vloeren
een vervoeging van uitvloeren

Voorbeeldzinnen

  1. Vloeren
  2. Vloeren
  3. Verhoogde vloeren
  4. Vereist (werktafels, vloeren)
  5. ja (werktafels, vloeren)
  6. Vloeren (voor varkens)
  7. Verhoogde installatievloeren; zwevende vloeren
  8. Klasse [3] voor vloeren
  9. Leggen van vloeren
  10. Afreien van vloeren
  11. Klasse [8](vloeren)
  12. Aanbrengen en afwerken van vloeren
  13. Vloeren, substraat, strooisel, bedding- en nestmateriaal
  14. Klasse [7](met uitzondering van vloeren)
  15. Klasse [2] (met uitzondering van vloeren)