Betekenis van:
voordeel

voordeel
Zelfstandig naamwoord
  • bepaald puntenaantal bij tennis
"op voordeel staan"

Hyperoniemen

voordeel
Zelfstandig naamwoord
  • profijt.
"De onrust op de aandelenmarkt was in zijn voordeel."
voordeel
Zelfstandig naamwoord
  • aangename eigenschap
"Een voordeel van een motorfiets is het lage benzineverbruik per kilometer."
voordeel
Zelfstandig naamwoord
  • ''(tennis)'' term die aangeeft dat een speler bij een 40-40-stand een punt heeft gescoord en dus maar één punt verwijderd is van de winst van een game
"De befaamde Belgische tennister serveerde met voordeel voor de wedstrijd."
voordeel
Zelfstandig naamwoord
  • voorafgaand aandeel

Hyperoniemen

voordeel
Zelfstandig naamwoord
  • voordeel; winst

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. Lange spelers hebben een voordeel in basketbal.
  2. Het is een voordeel een computer de kunnen gebruiken.
  3. Hij haalt altijd voordeel uit de gemaakte fouten van zijn tegenstanders.
  4. Als je de zwaartekracht in je voordeel kunt gebruiken, doe dat dan.
  5. Voordeel
  6. Voordeel:
  7. Voordeel
  8. Renteverschil (= voordeel)
  9. Geen voordeel
  10. Economisch voordeel
  11. Financieel voordeel
  12. Selectief voordeel
  13. Economisch voordeel:
  14. ECONOMISCH VOORDEEL
  15. Een selectief voordeel — marktprijs