Betekenis van:
wagon

wagon (de ~ | meervoud wagons)
Zelfstandig naamwoord
  • treinrijtuig; treindeel zonder eigen motor; onderdeel v.e. trein
"een wagon loskoppelen/vastkoppelen"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

wagon
Zelfstandig naamwoord
  • een voertuig dat deel uitmaakt van een trein
"Deze trein bestaat uit zestien wagons."

Voorbeeldzinnen

  1. Kennisgeving van geleverde wagon.
  2. Wagon aangekomen op rangeerterrein.
  3. reçu overgedragen wagon,
  4. Bevestiging van geleverde wagon.
  5. Wagon vertrokken van rangeerterrein.
  6. levering overgedragen wagon,
  7. informatie over de wagon,
  8. Wagon op zeeschip
  9. Bericht „Wagon aangekomen”
  10. Kennisgeving van geleverde wagon
  11. Bericht wagon aangekomen.
  12. Bericht „Wagon van rangeerterrein vertrokken”
  13. De snelheid van de wagon,
  14. Status: Geladen wagon op weg
  15. Bericht „Wagon op rangeerterrein aangekomen”