Betekenis van:
wazig

wazig
Bijvoeglijk naamwoord
  • vaag; vaag; niet duidelijk
"wazig zien"
"wazige omtrekken"

Synoniemen

Hyperoniemen

wazig
Bijvoeglijk naamwoord
  • wezenloos; niet fris; sufferig; gevoelloos; dof

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. "Ik kan niet zeggen dat ik dat een erg leuke keus vind," zuchtte Dima. "Om eerlijk te zijn, is het de hele tijd al wazig in mijn hoofd sinds ik vanochtend wakker werd in een vuilcontainer..."
  2. bilaterale aantasting van de hersenzenuwen (bv. diplopie, wazig zien, dysfagie, bulbaire spierzwakte);