Vertaling van af

Inhoud:

Deens
Nederlands
af, om, over, til, vid {vz.}
aan 
aangaande
betreffende 
met 
over 
van 
in 
af, for, om, siden {vz.}
aan 
sedert 
sinds 
van 
vanaf 
door 
met ingang van
af, ud {vz.}
uit 
van 
op 


Voorbeelden in zinsverband

Deens
Nederlands

Tag dine sko af.

Doe uw schoenen uit.

Hun rødmede af skam.

Ze bloosde van schaamte.

Holder du af musik?

Hou je van muziek?

Tag venligst dine sokker af.

Doe uw kousen uit a.u.b.

Skoene er lavet af læder.

De schoenen zijn van leer.

Toget består af 15 vogne.

De trein bestaat uit vijftien wagons.

Hvornår tager du af sted?

Wanneer vertrekt ge?

Helen er af natur optimist.

Helen is van nature een optimist.

Min far døde af lungekræft.

Mijn vader stierf aan longkanker.

Hun faldt ned af stigen.

Ze viel van de ladder.

Hvad er kvadratroden af 100?

Wat is de wortel van 100?

Ølflasker er lavet af glas.

Bierflesjes zijn van glas.

Alperne ligger i centrum af Europa.

De Alpen liggen in het midden van Europa.

Telefonen blev opfundet af Bell i 1876.

De telefoon is uitgevonden door Bell in 1876 [achttien zesenzeventig].

Jeg genkender ingen af personerne på billedet.

Ik herken niemand op de afbeelding


Gerelateerd aan af

om - over - til - vid - for - siden - ud