Vertaling van Aufgeben

Inhoud:

Duits
Nederlands
verleugnen, aufgeben, opfern {ww.}
zich ontzeggen
afzweren 
abnegeren

er/sie/es wird aufgeben
sie werden aufgeben
er/sie/es würde aufgeben

hij/zij/het zal afzweren
zij zult afzweren
hij/zij/het zal afzweren
» meer vervoegingen van afzweren

abgeben, aufgeben {ww.}
overhandigen
inleveren

ich werde aufgeben
du wirst aufgeben
er/sie/es wird aufgeben

ik zal overhandigen
jij zult overhandigen
hij/zij/het zal overhandigen
» meer vervoegingen van overhandigen

erscheinen lassen, sichtbar werden lassen, zum Vorschein bringen, ans Licht bringen, an den Tag bringen, herausbringen, veröffentlichen, aufgeben, entwickeln {ww.}
opduikelen
te voorschijn halen
laten verschijnen

ich werde aufgeben
du wirst aufgeben
er/sie/es wird aufgeben

ik zal opduikelen
jij zult opduikelen
hij/zij/het zal opduikelen
» meer vervoegingen van opduikelen

abfertigen, befördern, expedieren, fortsenden, spedieren, absenden, wegschicken, aufgeben, verfrachten {ww.}
expediëren
verzenden
afzenden 

ich werde aufgeben
du wirst aufgeben
er/sie/es wird aufgeben

ik zal expediëren
jij zult expediëren
hij/zij/het zal expediëren
» meer vervoegingen van expediëren