Vertaling van Tritt

Inhoud:

Duits
Nederlands
Marsch [m] (der ~), Tritt [m] (der ~) {zn.}
mars 
Schritt [m] (der ~), Tritt [m] (der ~) {zn.}
stap 
voetstap
tred
schrede
pas 
Noch einen Schritt und du bist tot.
Nog één stap en je bent dood.
gehen, laufen, marschieren, treten {ww.}
lopen 
marcheren

er/sie/es tritt

hij/zij/het loopt
» meer vervoegingen van lopen

Das Baby kann laufen.
De baby kan lopen.
Er kann nicht mehr laufen.
Hij kan niet meer lopen.
schreiten, treten {ww.}
treden
schrijden
stappen
lopen 

er/sie/es tritt

hij/zij/het treedt
» meer vervoegingen van treden



Voorbeelden in zinsverband

Duits
Nederlands

Bitte tritt ein!

Kom alstublieft binnen.

Er tritt mich!!

Hij schopt me!

Dieses Verb tritt gewöhnlich nur in der dritten Person auf.

Dit werkwoord wordt gewoonlijk alleen gebruikt in de derde persoon.

Der tapfere Ritter tritt vor und küsst der Dame die Hand.

De dappere ridder stapt naar voren en kust de dame de hand.


Gerelateerd aan Tritt

Marsch - Schritt - gehen - laufen - marschieren - treten - schreiten