Vertaling van Zeuge

Inhoud:

Duits
Nederlands
Zeuge {zn.}
getuige 
Tom war ein Zeuge des Unfalls.
Tom was getuige van het ongeluk.
zeugen, hervorbringen, bilden, erzeugen {ww.}
verwekken

ich zeuge

ik verwek
» meer vervoegingen van verwekken

beglaubigen, bescheinigen, bezeugen, bestätigen, belegen, beteuern, beweisen, Zeugnis ablegen, zeugen, erweisen {ww.}
getuigen
certificeren

ich zeuge

ik getuig
» meer vervoegingen van getuigen

Wir waren Zeugen des Unfalls.
Wij waren getuigen van het ongeluk.
Die Zeugen waren imstande, die falsche Aussage des Verdächtigen zu widerlegen.
De getuigen konden de valse verklaring van de verdachte weerleggen.