Vertaling van affizieren

Inhoud:

Duits
Nederlands
affizieren, erregen, angreifen {ww.}
aangrijpen 
treffen
aandoen
frapperen

wir affizieren
sie affizieren

wij grijpen aan
zij grijpen aan
» meer vervoegingen van aangrijpen

affizieren, erregen, angreifen {ww.}
aandoen
aangrijpen 
inboezemen

wir affizieren
sie affizieren

wij doen aan
zij doen aan
» meer vervoegingen van aandoen

affizieren, erregen, angreifen {ww.}
aangrijpen 
treffen
aandoen
raken

wir affizieren
sie affizieren

wij grijpen aan
zij grijpen aan
» meer vervoegingen van aangrijpen

affizieren, erregen, angreifen {ww.}
aandoen
aangrijpen 
draaien

wir affizieren
sie affizieren

wij doen aan
zij doen aan
» meer vervoegingen van aandoen



Gerelateerd aan affizieren

erregen - angreifen