Vertaling van bestehen aus

Inhoud:

Duits
Nederlands
bestehen aus {ww.}
bestaan uit 
bestehen, da sein, existieren, vorhanden sein {ww.}
bestaan 

wir bestehen
sie bestehen
ich werde bestehen

wij bestaan
zij bestaan
ik zal bestaan
» meer vervoegingen van bestaan

Tatsachen hören nicht auf zu existieren, wenn man sie ignoriert.
Feiten houden niet op te bestaan omdat ze genegeerd zijn.
bestehen {ww.}
bestaan uit 
bestehen {ww.}
halen
slagen 

wir bestehen
sie bestehen
ich werde bestehen

wij halen
zij halen
ik zal halen
» meer vervoegingen van halen

audauern, aushalten, beharren, bestehen, verharren {ww.}
volhouden 
volharden
doorzetten
voet bij stuk houden
doorbijten

wir bestehen
sie bestehen
ich werde bestehen

wij houden vol
zij houden vol
ik zal volhouden
» meer vervoegingen van volhouden

Erfolg haben, gelingen, bestehen {ww.}
slagen 
slagen voor
klaarspelen
doorkomen

wir bestehen
sie bestehen
ich werde bestehen

wij slagen
zij slagen
ik zal slagen
» meer vervoegingen van slagen

Er wollte Erfolg haben.
Hij wilde slagen.
Ich denke, dass es ihm gelingen wird.
Ik denk dat hij zal slagen.


Gerelateerd aan bestehen aus

bestehen - da sein - existieren - vorhanden sein - audauern - aushalten - beharren - verharren - Erfolg haben - gelingen