Vertaling van darstellen

Inhoud:

Duits
Nederlands
demonstrieren, darstellen, beweisen, vorführen {ww.}
bewijzen
aantonen 

ich werde darstellen
du wirst darstellen
er/sie/es wird darstellen

ik zal bewijzen
jij zult bewijzen
hij/zij/het zal bewijzen
» meer vervoegingen van bewijzen

Kannst du das beweisen?
Kunt u dat bewijzen?
Sie versucht die Existenz von Geistern zu beweisen.
Zij probeert het bestaan van geesten te bewijzen.
spielen, darstellen {ww.}
acteren

ich werde darstellen
du wirst darstellen
er/sie/es wird darstellen

ik zal acteren
jij zult acteren
hij/zij/het zal acteren
» meer vervoegingen van acteren

zeichnen, abzeichnen, malen, abmalen, entwerfen, skizzieren, darstellen {ww.}
uittekenen
aftekenen
trekken
tekenen 

ich werde darstellen
du wirst darstellen
er/sie/es wird darstellen

ik zal uittekenen
jij zult uittekenen
hij/zij/het zal uittekenen
» meer vervoegingen van uittekenen

aufführen, bieten, anbieten, darstellen, vorstellen, präsentieren {ww.}
voorstellen
aanbieden 
spelen 
vertonen
presenteren
indienen

ich werde darstellen
du wirst darstellen
er/sie/es wird darstellen

ik zal voorstellen
jij zult voorstellen
hij/zij/het zal voorstellen
» meer vervoegingen van voorstellen

Darf ich mich vorstellen?
Mag ik mij voorstellen?
Sie hätten sich vorstellen sollen.
Je had je moeten voorstellen.
Demonstration [v] (die ~), Darstellung [v] (die ~), Demonstrieren, Darstellen, Manifestation [v] (die ~) {zn.}
demonstratie 
betoging 
Beinahe eintausend Personen nahmen an der Demonstration teil.
Bijna duizend mensen deden mee aan de demonstratie.