Vertaling van fassen

Inhoud:

Duits
Nederlands
fassen, nehmen {ww.}
nemen 
vatten 
pakken
oprapen
aanvatten

wir fassen
sie fassen

wij nemen
zij nemen
» meer vervoegingen van nemen

Du solltest die Fünf nehmen.
Jullie moeten bus 5 nemen.
Soll ich den Bus nehmen?
Zal ik de bus nemen?
fassen {bw.}
opvangen
erbeuten, ergreifen, ertappen, erwischen, fangen, fassen {ww.}
vangen
vatten 
vastpakken
pakken
beetnemen 
beetkrijgen

wir fassen
sie fassen

wij vangen
zij vangen
» meer vervoegingen van vangen

Katzen fangen Mäuse.
Katten vangen muizen.
Wir haben Fallen ausgelegt, um Kakerlaken zu fangen.
We zetten vallen om kakkerlakken te vangen.


Gerelateerd aan fassen

nehmen - erbeuten - ergreifen - ertappen - erwischen - fangen