Vertaling van gewandt

Inhoud:

Duits
Nederlands
anstellig, behende, fix, geschickt, geübt, gewandt {bn.}
bedreven 
behendig 
bekwaam 
handig 
vaardig
aufgeweckt, flink, frisch, gewandt, hurtig, munter, wach {bn.}
druk
levendig
kras
kwiek
opgewekt
rap
tierig
vief
wakker 
behende, gewandt {bn.}
lenig
rap
geläufig, leicht, mühelos, einfach, bequem, gewandt, flink, beschwingt {bn.}
licht 
makkelijk
gemakkelijk 
vlot 
appellieren, einlegen, wenden {ww.}
in appel gaan
een beroep doen op
in beroep gaan
appelleren

ich habe gewandt
du hast gewandt
er/sie/es hat gewandt

ik heb geappelleerd
jij hebt geappelleerd
hij/zij/het heeft geappelleerd
» meer vervoegingen van appelleren

drehen, kehren, umdrehen, umwälzen, wenden, umwenden {ww.}
wentelen
zwenken
wenden
ronddraaien
omdraaien
keren
draaien 

ich habe gewandt
du hast gewandt
er/sie/es hat gewandt

ik heb gewenteld
jij hebt gewenteld
hij/zij/het heeft gewenteld
» meer vervoegingen van wentelen



Gerelateerd aan gewandt

anstellig - behende - fix - geschickt - geübt - aufgeweckt - flink - frisch - hurtig - munter - wach - geläufig - leicht - mühelos - einfach