Vertaling van k mögen

Inhoud:

Duits
Nederlands
mögen {ww.}
lusten

wir mögen
sie mögen
ich werde mögen

wij lusten
zij lusten
ik zal lusten
» meer vervoegingen van lusten

mögen {ww.}
gek zijn op
verzot zijn op
dol zijn op
zu würdigen wissen, anerkennen, schätzen, mögen, würdigen {ww.}
waarderen 
appreciëren

wir mögen
sie mögen
ich werde mögen

wij waarderen
zij waarderen
ik zal waarderen
» meer vervoegingen van waarderen

gern haben, lieben, mögen, Zuneigung empfinden für {ww.}
houden van 
liefhebben
beminnen 

wir mögen
sie mögen
ich werde mögen

wij hebben lief
zij hebben lief
ik zal liefhebben
» meer vervoegingen van liefhebben

Ich kann lieben.
Ik kan liefhebben.
Lieben und geliebt zu werden, ist das größte Glück auf Erden.
Beminnen en bemind worden is het grootste geluk.
wünschen, mögen, verlangen, begehren {ww.}
wensen 
verlangen
trek hebben in
verkiezen
begeren 

wir mögen
sie mögen
ich werde mögen

wij wensen
zij wensen
ik zal wensen
» meer vervoegingen van wensen

Wir alle wünschen einen Erfolg.
We verlangen allemaal naar succes.
Dieses Ergebnis lässt viel zu wünschen übrig.
Dit resultaat laat veel te wensen over.
Lust haben, geneigt sein, neigen, mögen {ww.}
neigen

wir mögen
sie mögen
ich werde mögen

wij neigen
zij neigen
ik zal neigen
» meer vervoegingen van neigen

achten, mögen, schätzen, wertschätzen, würdigen {ww.}
houden van 
waarderen 
mogen
hechten aan

wir mögen
sie mögen
ich werde mögen

wij waarderen
zij waarderen
ik zal waarderen
» meer vervoegingen van waarderen

Alle meine Freunde mögen Fußball.
Al mijn vrienden houden van voetbal.
Nicht alle Kinder mögen Äpfel.
Niet alle kinderen houden van appels.