Vertaling van streifen

Inhoud:

Duits
Nederlands
streifen {ww.}
aanzitten
aanroeren

wir streifen
sie streifen

wij zitten aan
zij zitten aan
» meer vervoegingen van aanzitten

Streifen [m] (der ~) {zn.}
wapenbalk
strook
reep
streep
band [m]
bummeln, herumschweifen, irren, streifen, umherstreifen, vagieren {ww.}
zwerven
waren 
ronddwalen
ronddolen
dwalen
dolen

wir streifen
sie streifen

wij zwerven
zij zwerven
» meer vervoegingen van zwerven

leicht berühren, streifen {ww.}
strijken langs
beroeren

wir streifen
sie streifen

wij beroeren
zij beroeren
» meer vervoegingen van beroeren

Banderole [v] (die ~), Papierstreifen [m] (der ~), Streifen [m] (der ~), Streifband, Verschlußband {zn.}
kruisband
wikkel
banderol [v]
Binde [v] (die ~), Streifen [m] (der ~), Band [o] (das ~), Reifen [m] (der ~) {zn.}
band [m]
windsel
strook
strip
reep
Können Sie jetzt den platten Reifen reparieren?
Kan je die lekke band nu herstellen?
Frange, Franse [v] (die ~), Streifen [m] (der ~), Interferenzstreifen {zn.}
franje  [v]