Vertaling van verletzt
du verletzt
er/sie/es verletzt
ihr verletzt
jij beschadigt
hij/zij/het beschadigt
jullie beschadigen
» meer vervoegingen van beschadigen
du verletzt
er/sie/es verletzt
ihr verletzt
jij scheldt uit
hij/zij/het scheldt uit
jullie schelden uit
» meer vervoegingen van uitschelden
verwonden
kwetsen
du verletzt
er/sie/es verletzt
ihr verletzt
jij wondt
hij/zij/het wondt
jullie wonden
» meer vervoegingen van wonden
Voorbeelden in zinsverband
Niemand wurde verletzt.
Niemand was gewond.
Sie wurde bei einem Autounfall verletzt.
Ze raakte gewond in een auto-ongeluk.
Tom wurde bei einem Autounfall verletzt.
Tom is gewond geraakt bij een auto ongeluk.
Ich kann nicht ausgehen, weil ich vor einer Woche bei einem Unfall verletzt wurde.
Ik kan niet uitgaan omdat ik een week geleden gewond raakte in een ongeval.