Vertaling van brief

Inhoud:

Engels
Nederlands
brief, short {bn.}
kort 
kortstondig
to instruct, to brief {ww.}
instrueren

I brief
you brief
we brief

ik instrueer
jij instrueert
wij instrueren
» meer vervoegingen van instrueren

to brief {ww.}
briefen

I brief
you brief
we brief

ik brief
jij brieft
wij briefen
» meer vervoegingen van briefen

concise, brief {bn.}
beknopt 
bondig
kernachtig
kort 
summier 
zakelijk
directions, instruction, brief {zn.}
consigne [o]
instructie  [v]
aanwijzing  [v]
mandate, authorization, brief, warrant, writ {zn.}
mandaat
volmacht
lastbrief


Voorbeelden in zinsverband

Engels
Nederlands

Let's make it brief.

Maak het kort.

Make a brief summary of your points at the end of the speech.

Vat je punten kort samen aan het einde van de speech.


Gerelateerd aan brief

short - instruct - concise - directions - instruction - mandate - authorization - warrant - writinstruct