Vertaling van carrier

Inhoud:

Engels
Nederlands
carrier, bringer {zn.}
bezorger [m]
brenger [m]
carrier, transporter {zn.}
vrachtrijder
transporteur
vervoerder
voerman [m]
carrier {zn.}
bezorger [m]
uitdeler
vehicle, vector, carrier {zn.}
overbrenger
bindmiddel  [o]
carrier, letter carrier, mail carrier, mailman, postman {zn.}
postbode [m] (de ~)
brievenbesteller [m] (de ~)
carrier, immune carrier {zn.}
carrier
carrier, newsboy {zn.}
krantenjongen [m] (de ~)
carrier, carrier wave {zn.}
carrier
carrier, newsboy {zn.}
krantenbezorger [m] (de ~)
krantenman
carrier, immune carrier {zn.}
vector
carrier, letter carrier, mail carrier, mailman, postman {zn.}
postauto [m] (de ~)
carrier, carrier wave {zn.}
draaggolf
carrier, common carrier {zn.}
bode
carrier, immune carrier {zn.}
bacteriedrager
parasietendrager
bacillendrager
carrier {zn.}
carrier
carrier, common carrier {zn.}
beroepsvervoerder
vervoerder [m] (de ~)
transporteur [m] (de ~)
carrier, common carrier {zn.}
vervoerbedrijf [o] (het ~)
vervoersbedrijf
vervoersonderneming [v] (de ~)
carrier, carrier wave {zn.}
zendgolf [m] (de ~)
carrier {zn.}
moederschip [o] (het ~)
carrier {zn.}
vrachtrijder [m] (de ~)
aircraft carrier, attack aircraft carrier, carrier, flattop {zn.}
vrachtschip [o] (het ~)
cargo [m] (de ~)
transportschip [o] (het ~)
vrachtboot
vrachtvaarder [m] (de ~)
bearer, carrier, toter {zn.}
drager [m] (de ~)
aircraft carrier, attack aircraft carrier, carrier, flattop {zn.}
vliegdekschip [o] (het ~)
carrier
vliegtuigmoederschip
aircraft carrier, attack aircraft carrier, carrier, flattop {zn.}
moederschip
kangoeroeschip
lash-schip
lashschip