Vertaling van fervour

Inhoud:

Engels
Nederlands
fervour, zeal, ardour {zn.}
ijver
vuur  [o]
ambitie [v]
ardor, ardour, fervency, fervidness, fervor, fervour, fire {zn.}
verzotheid
felheid [v] (de ~)
hartstocht [m] (de ~)
excitation, excitement, fervor, fervour, inflammation {zn.}
opwinding [v] (de ~)
agitatie [v] (de ~)
She jumped about in excitement.
Ze sprong rond van opwinding.
I was looking for some excitement so I decided to bring the handcuffs.
Ik was op zoek naar wat opwinding, dus ik besloot de handboeien mee te brengen.


Gerelateerd aan fervour

zeal - ardour - ardor - fervency - fervidness - fervor - fire - excitation - excitement - inflammationdesire - feeling