Vertaling van hate

Inhoud:

Engels
Nederlands
to hate {ww.}
haten

I hate
you hate
we hate

ik haat
jij haat
wij haten
» meer vervoegingen van haten

Do good to them which hate you.
Als de mensen u haten, wees dan goed voor hen.
hate, hatred, animosity, animus {zn.}
haat
The truth bears hatred.
Waarheid baart haat.
I hate chemistry.
Ik haat scheikunde.
hate, hatred {zn.}
haat [m] (de ~)
vijandschap
haatgevoelens (de ~)
haatgevoel
I hate politics.
Ik haat politiek
I hate you!
Ik haat je!
to detest, to hate {ww.}
kotsen
verfoeien
verafschuwen

I hate
you hate
we hate

ik kots
jij kotst
wij kotsen
» meer vervoegingen van kotsen

to detest, to hate {ww.}
haten

I hate
you hate
we hate

ik haat
jij haat
wij haten
» meer vervoegingen van haten



Voorbeelden in zinsverband

Engels
Nederlands

Children often hate spinach.

Kinderen hebben vaak een hekel aan spinazie.

I hate chemistry.

Ik haat scheikunde.

Children hate annoying teachers.

Kinderen hebben er een hekel aan om leraren te irriteren.

I hate politics.

Ik haat politiek

I hate Mondays.

Ik heb een hekel aan maandagen.

I still hate you.

Ik haat je nog steeds.

I hate you!

Ik haat je!

Cats usually hate dogs.

Gewoonlijk hebben katten een hekel aan honden.

Don't hate me!

Haat me niet!

I hate my neighbors.

Ik haat mijn buren.

I hate getting up early.

Ik haat vroeg opstaan.

I hate strong-minded women.

Ik haat zelfbewuste vrouwen.

Why does Tom hate Mary?

Waarom haat Tom Mary?

Why do you hate me?

Waarom haat je me?

Do good to them which hate you.

Als de mensen u haten, wees dan goed voor hen.


Gerelateerd aan hate

hatred - animosity - animus - detestfeeling - experience - detest